Na de Tweede Kamer heeft ook de Eerste Kamer ingestemd met een wetswijziging die meer duidelijkheid moet brengen over de servicekosten van huurwoningen. Onder meer is nu vastgesteld wat er wel en niet onder servicekosten valt. De nieuwe regels treden per 2026 in werking.

In de wetswijziging is onder meer een lijst met zaken opgenomen waarvoor servicekosten in rekening gebracht mogen worden. Denk aan de kosten van gas en elektra als er geen individuele meters zijn. Bijvoorbeeld de kosten van een gemeenschappelijk zwembad of fitnessruimte vallen niet onder servicekosten.
De nieuwe regels betekenen ook dat huurders de servicekosten beter kunnen controleren en checken of ze niet te veel betalen. Bij een verschil van mening met de verhuurder kan eenvoudiger een zaak gestart worden bij de Huurcommissie.
Ook zijn er regels opgenomen voor gemeentes om de Wet goed verhuurderschap beter te kunnen handhaven. Onder andere is geregeld dat een borgsom maximaal twee maanden kale huur mag bedragen en dat huurders jaarlijks een overzicht moeten krijgen van de gemaakte servicekosten.
De wetswijziging moet het aantal geschillen tussen huurders en verhuurders verminderen. Dit aantal nam de afgelopen jaren namelijk explosief toe.

Als aan een werknemer een auto ter beschikking is gesteld, moet in beginsel de bekende bijtelling worden toegepast. Dit hoeft niet als er jaarlijks niet meer dan 500 km privé wordt gereden. De belastinginspecteur kan naheffen als de bijtelling ten onrechte achterwege is gebleven, maar voor het opleggen van een vergrijpboete is meer nodig.
Lees verder
Werkgevers mogen in 2025 voor de kosten van huisvesting van een werknemer maximaal 25% van het wettelijk minimumloon inhouden op dit minimumloon. Het plan om dit percentage te verlagen en uiteindelijk de inhouding te verbieden, gaat vooralsnog niet door.
Lees verder