Werkgevers met 100 of meer werknemers zijn vanaf 1 juli 2024 verplicht om te rapporteren over het zakelijk verkeer én het woon-werkverkeer van hun werknemers. Deze verplichting maakt onderdeel uit van de Omgevingswet van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en staat bekend onder de naam ‘Rapportageverplichting werkgebonden personenmobiliteit’, afgekort WPM.
Deze werkgevers moeten bijvoorbeeld het totaal aantal kilometers dat de werknemers afleggen voor zakelijk en woon-werkverkeer rapporteren, maar ook het jaartotaal aan kilometers, uitgesplitst naar soort vervoermiddel en brandstoftype. De gegevens over 2024 kunnen vanaf 15 januari 2025 doorgegeven worden en moeten uiterlijk 30 juni 2025 ingestuurd zijn. In 2026 is een rapportage over het hele jaar 2025 verplicht.
Tip! Kijk voor meer informatie over de rapportageverplichting op RVO.nl.
Op 15 april 2025 is in de Tweede Kamer een motie aangenomen over het verminderen van de regeldruk voor het midden- en kleinbedrijf. De Tweede Kamer spreekt in deze motie uit dat de voorkeursoptie van de Ministeriële Stuurgroep Ondernemingsklimaat, Regeldruk en Uitvoerbaarheid zou moeten zijn dat de WPM wordt afgeschaft voor bedrijven tot 250 werknemers.
Let op! De aangenomen motie betekent nog niet dat de WPM ook daadwerkelijk al wordt afgeschaft voor bedrijven tot 250 werknemers. Bedrijven met 100 of meer werknemers moeten daarom nu gewoon nog aan de rapportageverplichtingen voldoen.
Wordt de verplichte rapportage over het zakelijke verkeer en het woon-werkverkeer van werknemers afgeschaft voor bedrijven tot 250 werknemers? In de Tweede Kamer is een motie aangenomen die daar misschien voor gaat zorgen.
LEES VERDER
De eisen om voor de tegemoetkoming in aanmerking te komen zijn ongewijzigd ten opzichte van 2024. Ook dit jaar kunnen huishoudens met een inkomen tot 130% van het sociaal minimum een tegemoetkoming krijgen, als zij minstens 8% van hun inkomen kwijt zijn aan energiekosten. Bij een inkomen tot 200% van het sociaal minimum dient minstens 10% van het inkomen naar energiekosten te gaan.
Nieuw dit jaar is dat de tegemoetkoming via het Noodfonds energie ook beschikbaar is voor huishoudens met een blokaansluiting.
Een aanvraag voor het Noodfonds energie kan online worden ingediend. Hier kan ook eerst worden berekend of u voor de tegemoetkoming in aanmerking komt. Ook als er vorig jaar al een tegemoetkoming is verkregen, moet voor 2025 een nieuwe aanvraag worden ingediend met actuele gegevens.
U kunt hier een aanvraag indienen. Bij de aanvraag is een DigiD nodig van alle volwassenen die deel uitmaken van het huishouden waarvoor de tegemoetkoming wordt aangevraagd. Heeft nog niet iedereen een DigiD, regel dit dan zo snel mogelijk.
Als uw aanvraag wordt goedgekeurd, ontvangt u de tegemoetkoming via uw energieleverancier. Deze verlaagt dan uw energierekening.
Let op! De uitbetaling bij blokverwarming loopt niet via de energieleverancier, maar wordt rechtstreeks op uw bankrekening gestort.
Huishoudens met een laag inkomen en een relatief hoge energierekening kunnen bij het Noodfonds Energie ook dit jaar weer een tegemoetkoming in de kosten aanvragen. Het online loket is op 22 april geopend.
LEES VERDER
In het Overzicht betalen en ontvangen staan te betalen en te ontvangen bedragen inkomstenbelasting, bijdragen Zorgverzekeringswet en motorrijtuigenbelasting. Voor wat betreft uw toeslagen ziet u hier alleen de terug te betalen bedragen.
In aanvulling op het voorgaande zijn nu dus ook naheffingsaanslagen omzetbelasting in het overzicht terug te vinden.
U krijgt een naheffing omzetbelasting als u niet of te laat aangifte heeft gedaan of als u de omzetbelasting niet, niet helemaal of te laat heeft betaald. U ontvangt de naheffing voorlopig ook nog per post.
U kunt naheffingsaanslagen tot € 50.000 direct via het overzicht betalen met iDEAL. Grotere bedragen kunt u niet via iDEAL betalen, maar u kunt de betaalgegevens wel kopiëren naar bijvoorbeeld uw bankapp.
Ook het aantal mogelijkheden om op het Overzicht betalen en ontvangen in te loggen is uitgebreid. Naast inloggen via DigiD, kunt u nu ook inloggen via European login, eHerkenning, DigiD Machtigen of een nabestaandenmachtiging.
Met een nabestaandenmachtiging kunt u inloggen namens een overleden belastingplichtige. In het overzicht kunt u dan zien welke bedragen de overleden persoon nog moest betalen. Met de machtiging kunt u onder andere na afloop van het jaar ook de aangifte inkomstenbelasting namens de overledene indienen en namens hem of haar bezwaar aantekenen als u het niet met de aanslag eens bent
Het ‘Overzicht betalen en ontvangen’ van de Belastingdienst is uitgebreid met enkele functies. In dit overzicht kunt u zien welke bedragen u nog aan de Belastingdienst moet betalen en welke u nog ontvangt. Ook naheffingsaanslagen omzetbelasting zijn vanaf nu in te zien en kunnen direct worden betaald.
LEES VERDER
Let op!Onderstaande voorgenomen wijzigingen moeten nog in wetsvoorstellen worden gegoten en worden goedgekeurd door de Tweede en Eerste Kamer.
Let op!Er zijn nog meer wijzigingen in de Voorjaarsnota. Deze selectie is dus niet compleet. Voor alle wijzigingen verwijzen wij naar de Voorjaarsnota 2025.
Vrijdag 18 april is de Voorjaarsnota 2025 gepresenteerd. In deze plannen staan zowel lastenverlichtingen als lastenverzwaringen. Wat zijn de belangrijke wijzigingen voor de ondernemer, de werkgever en voor huishoudens?
LEES VERDER
De Belastingdienst beantwoordde die vraag ontkennend en schetst drie situaties van een online leeromgeving, waarbij in twee situaties 21% btw berekend moet worden en slechts in één situatie het 9% btw-tarief geldt.
X biedt in een online leeromgeving modules aan gericht op een beroep. De modules bestaan onder meer uit video’s, interactief oefenmateriaal en toetsen en vormen bij elkaar een volledige opleiding tot een beroep. De modules van X zijn ook opgenomen in lesprogramma’s van een aantal hogescholen en ROC’s.
De Belastingdienst is van mening dat het 9% btw-tarief hier niet toegepast kan worden. Dit tarief kan alleen worden toegepast als sprake is van digitale educatieve informatie die kennelijk uitsluitend of nagenoeg uitsluitend bestemd zijn voor informatieoverdracht in het onderwijs. De uitgever moet aannemelijk maken dat het product (nagenoeg) uitsluitend ontwikkeld is met het oog op opname in lespakketten van onderwijsinstellingen. De Belastingdienst is van mening dat dit niet aannemelijk is, omdat sprake is van een (nagenoeg) compleet op zichzelf staande interactieve cursus of opleiding, inclusief afsluitende toetsen. Naar het oordeel van de Belastingdienst is daarom het 21% btw-tarief van toepassing.
Y biedt in een online leeromgeving modules aan die met name zien op persoonlijke ontwikkeling van werknemers van bedrijven en instellingen. Voor ongeveer 1/3e worden de modules afgenomen door onderwijsinstellingen. De overige 2/3e wordt afgenomen door bedrijven en (overheids)instellingen.
Hoewel de Belastingdienst oordeelt de modules van Y kwalificeren als digitale informatie, kan ook Y het 9% btw-tarief niet toepassen. Y biedt de modules namelijk niet specifiek aan onderwijsinstellingen aan. Dat Y zelf een onderwijsinstelling is, redt Y niet. Het gaat namelijk om de vraag of de modules (nagenoeg) uitsluitend ontwikkeld zijn met het oog op opname in lespakketten van andere onderwijsinstellingen. Naar het oordeel van de Belastingdienst is daarom het 9% btw-tarief van toepassing.
Z biedt in een online leeromgeving modules aan die gericht zijn op basis- en middelbare scholieren. De modules worden nagenoeg uitsluitend afgenomen door basis- en middelbare scholen, die de modules opnemen in het lesprogramma.
Z kan, naar het oordeel van de Belastingdienst, wel het 9% btw-tarief toepassen. De modules van Z kwalificeren als digitale informatie die (nagenoeg) uitsluitend ontwikkeld zijn met het oog op opname in lespakketten van onderwijsinstellingen.
Let op! Biedt u modules aan in een online leeromgeving, dan kan alleen onder strikte voorwaarden dus het 9% btw-tarief van toepassing zijn.
Voor het langs elektronische weg leveren van digitale educatieve informatie geldt het 9% btw-tarief. Aan de Belastingdienst werd de vraag gesteld of daarmee elke toegang tot een online leeromgeving mogelijk is tegen 9% btw.
LEES VERDER
De Belastingdienst stelt het volgende bij een motor van de zaak vast. Voor het ter beschikking stellen van een auto of bestelauto bestaat de bekende bijtelling voor het privégebruik dat van de auto gemaakt kan worden. Voor een motor geldt een dergelijke bijtelling niet.
Alle kilometers die niet als zakelijk kunnen worden verantwoord, kunnen worden aangemerkt als privé. Wel zakelijk zijn bijvoorbeeld kilometers voor woon- werkverkeer, bezoek aan relaties en het halen en brengen van spullen voor de zaak.
Tip! Zorg dat de zakelijke kilometers goed worden bijgehouden om te voorkomen dat de werknemer een te hoog bedrag aan voordeel belast krijgt.
Rekent u een eigen bijdrage? Dan mag u deze bijdrage in mindering brengen op het bedrag dat als voordeel in aanmerking moet worden genomen. Let op, het eindsaldo kan niet negatief worden.
Voor het berekenen van het voordeel van privégebruik van een terbeschikkinggestelde motor moet u uitgaan van het werkelijke voordeel. Dit is het aantal privékilometers dat met de motor gemaakt wordt, vermenigvuldigd met de kilometerkostprijs van de motor. Dit bedrag moet u als loon doorberekenen aan de werknemer. U kunt dit loon ook aanwijzen als eindheffingsloon, mits er aan de gebruikelijkheidstoets is voldaan.
Het privévoordeel van een ter beschikking gestelde motor mag u ook onderbrengen in de werkkostenregeling (WKR), mits voldaan wordt aan de daarvoor geldende voorwaarden.
Tip! Bij een waarde van € 2.400 per jaar aan loon in de vrije ruimte voor een werknemer mag u hier, binnen redelijkheid, van uitgaan.
Als met een ter beschikking gesteld voertuig wordt gereisd, dus ook met een motor, mag u hiervoor geen kilometervergoeding meer betalen. Dit mag wel als met een ander privévoertuig wordt gereisd. Als op een regenachtige dag de werknemer dus besluit met de eigen auto naar het werk te reizen, mag u hiervoor een vergoeding betalen van € 0,23 per kilometer. Dit moet wel aannemelijk gemaakt kunnen worden.
Om bijvoorbeeld files te vermijden maken werknemers voor het woon-werkverkeer soms gebruik van een motor. Wat komt er dan voor rekening van u als werkgever en wat voor uw werknemer?
LEES VERDER
De Voorjaarsnota is nog niet gepubliceerd, maar op basis van uitingen in diverse media door de coalitiepartijen zelf is al een overzicht samen te stellen van een aantal verschillende maatregelen die hierin opgenomen zouden zijn.
Zo is de voorgenomen btw-verhoging voor cultuur, sport en media, die aanvankelijk per 1 januari 2026 in zou moeten gaan, definitief van de baan. De BBB meldt verder dat een geopperde btw-verhoging op zuivel en sojadranken niet doorgaat. Ook de geplande accijnsverhoging op alcohol is geschrapt.
De sociale huren gaan in 2025 en 2026 niet omhoog. De VVD meldt dat ook de Wet betaalbare huur wordt versoepeld. Meerdere coalitiepartijen geven verder aan dat de huurtoeslag verhoogd wordt. De BBB meldt hierbij dat hierdoor extra geld beschikbaar komt voor boodschappen. Ook komt er € 200 miljoen beschikbaar voor de verlaging van de energiebelasting.
Het wettelijk minimumjeugdloon gaat omhoog. De BBB meldt ook nog dat de belastingvrije jubileumuitkering, die werknemers kunnen krijgen als ze 25 of 40 jaar in dienst zijn, niet wordt afgeschaft. Het lijkt er ook op dat de al in het hoofdlijnenakkoord aangekondigde kortere WW-duur in de voorjaarsnota wordt opgenomen. Hierdoor wordt de duur van een WW-uitkering verkort van maximaal 24 maanden naar maximaal 18 maanden. Verder gaan de voorgenomen bezuinigingen op de kinderopvang, waardoor de eigen bijdrage voor ouders omhoog zou gaan, niet door.
De Arbeidsongeschiktheidswet wordt hervormd om deze eerlijker te maken en onrechtvaardigheden uit de regeling te halen. Er komt ook geld vrij voor arbeidsongeschikten die ten onrechte geen uitkering kregen vanwege fouten in het systeem van de WIA. NSC meldt verder dat het acute probleem bij de sociale werkplaatsen wordt aangepakt en er geld geregeld is voor deze groep.
De VVD meldt dat € 1,1 miljard beschikbaar komt voor veiligheid en defensie. Naar de kosten van asiel lijkt € 900 miljoen extra te gaan.
Voor de sociale advocatuur komt € 30 miljoen extra beschikbaar. En ook voor gemeenten komen miljarden extra beschikbaar.
Over een aantal andere dossiers komt nog weinig naar buiten. Het lijkt erop dat bijvoorbeeld stikstof- en klimaatmaatregelen zijn blijven liggen. De BBB meldt wel dat voor de aanpak van stikstof en het helpen van boeren in totaal € 600 miljoen extra beschikbaar komt voor 2025 en 2026. Ook komt veel geld beschikbaar voor de Nedersaksenlijn, een spoorlijn tussen Enschede en Groningen.
Over de bekostiging van deze plannen is nog weinig tot niets bekend. Duidelijk is dat er op andere plekken bezuinigd moet worden. Minister van Financiën Heinen meldt dat alle begrotingsregels worden nageleefd en dat de schulden niet oplopen. In de media wordt gesproken over de mogelijkheid dat de inkomstenbelasting minder wordt verlaagd dan gepland en dat de algemene heffingskorting en de arbeidskorting niet worden geïndexeerd. Ook zouden de schijven in de inkomstenbelasting niet volledig geïndexeerd worden, waardoor mensen eerder in een hogere belastingschijf komen.
Let op! Bovengenoemde voorgenomen maatregelen zijn niet afkomstig uit de Voorjaarsnota en kunnen dus uiteindelijk afwijken van de werkelijke plannen.
De coalitie – PVV, VVD, NSC en BBB – bereikte woensdag 16 april jl. een akkoord over de Voorjaarsnota. Het akkoord wordt donderdag 16 april 2025 in de ministerraad besproken en waarschijnlijk vrijdag 17 april aan de Raad van State en de Tweede Kamer aangeboden. Wat is er nu al bekend?
LEES VERDER
De doelstelling van het NFBK is om koopwoningen voor starters op de woningmarkt betaalbaarder te maken. Hieraan zijn wel verschillende voorwaarden verbonden, zowel met betrekking tot het bouwproject als ten aanzien van de kopers.
De woningen waarvoor het NFBK beschikbaar is, mogen een maximale marktwaarde hebben van € 405.000. De korting die de kopers krijgen bedraagt minimaal 10% van de marktwaarde en maximaal € 70.000. Projecten waarvoor het fonds beschikbaar is, dienen minimaal uit 10 en maximaal uit 100 woningen te bestaan die via het fonds worden verkocht.
Kopers die voor een woning uit het project in aanmerking willen komen, moeten jonger zijn dan 35 jaar. Het gezamenlijke inkomen mag niet meer bedragen dan € 89.821 (twee keer modaal). Van de koperskorting krijgen zij via het NFBK 75% verstrekt en het restant via de ontwikkelaar van de woningen.
Wordt een woning die via het NFBK is verkregen weer doorverkocht, dan vloeit de koperskorting weer terug naar het fonds. Dit geldt ook voor een deel van de waardewijziging van de woning, die zowel positief als negatief kan zijn.
Partijen gaan onderzoeken of het NFBK kan worden uitgebreid met private financiering. Daarover wordt onder meer gesproken met pensioenfondsen en verzekeraars. Verder wordt nog onderzocht of het NFBK ook voor Caribisch Nederland beschikbaar kan komen.
Het kabinet stelt € 100 miljoen beschikbaar voor het Nationaal Fonds Betaalbare Koopwoningen (NFBK). Via dit fonds worden woningen aan starters verkocht voor een prijs die onder de marktwaarde ligt. Ontwikkelaars en woningbouwcorporaties kunnen naar verwachting vanaf 1 juli 2025 een aanvraag voor een bijdrage uit het fonds indienen.
LEES VERDER
De subsidie is beschikbaar voor bedrijven die 100 kW of meer via hun netaansluiting afnemen. Naast nog andere voorwaarden, moet uw onderneming zich bevinden in een gebied waar het stroomnet vol is, een zogenaamd congestiegebied.
De subsidie is bedoeld om óf te onderzoeken of u flexibeler elektriciteit kunt gebruiken óf om direct maatregelen te treffen. Dit is uitgewerkt in drie mogelijkheden: een flexibiliteitsscan, een haalbaarheidsstudie en flexibiliteitsmaatregelen. Heeft u een van de drie mogelijkheden afgerond binnen de aanvraagperiode? Dan is het mogelijk om ook nog voor een ander onderdeel subsidie aan te vragen.
De flexibiliteitsscan geeft inzicht in de mogelijkheden inzake flexibel elektragebruik. De subsidie vergoedt 50% van de kosten met een maximum van € 10.000. In uw aanvraag moet u onder andere aangeven hoeveel elektriciteit u verbruikt en voor welke bedrijfsprocessen.
De haalbaarheidsstudie is bedoeld te onderzoeken welke maatregelen voor flexibel elektriciteitsgebruik technisch voor u haalbaar zijn. Ook moet duidelijk worden welke mate van flexibilisering de voorgenomen maatregel u oplevert. Per maatregel dienen de technische beschrijvingen uitgewerkt te worden in een zogenaamd technisch ontwerp. De subsidie dekt 50% van de kosten van de haalbaarheidsstudie met een minimum subsidiebedrag van € 10.000 en een maximum van € 125.000.
Ook voor de uiteindelijke investeringen in flexibiliseringsmaatregelen is subsidie beschikbaar. De optie ‘Flexibiliseringsmaatregelen’ is beschikbaar voor noodzakelijke investeringen in flexibilisering, waaronder aanschaf- en installatiekosten. Maatregelen zijn bijvoorbeeld het beperken van het gebruik van elektra en het opslaan ervan. De subsidie bedraagt 35% van de kosten, met een minimum van € 25.000 en een maximum van € 300.000.
U kunt de Flex-e regeling aanvragen bij RVO.nl. Hiervoor heeft u eHerkenning niveau 2+ nodig. Het loket voor deze subsidie is open tot en met 15 oktober 2025.
Het kabinet stelt € 62 miljoen subsidie beschikbaar voor bedrijven die problemen ondervinden als gevolg van het overbelaste stroomnet. De subsidie, de Flex-e regeling, is beschikbaar voor het inwinnen van advies of voor het doen van noodzakelijke investeringen om het elektriciteitsgebruik flexibeler te maken.
LEES VERDER
Uit onderzoek van het CBS is gebleken dat vrouwen gemiddeld per uur zo’n 13% minder verdienen dan hun mannelijke collega’s. Vanaf 14 november, op Equal Pay Day, werken vrouwen ongeveer de rest van het jaar symbolisch ‘voor niets’. Dit fenomeen geldt niet alleen in Nederland, maar ook in Europa.
Om te zorgen dat dit verschil in loon tussen mannen en vrouwen wordt weggenomen, heeft de Europese Commissie een richtlijn opgesteld. Deze verplicht lidstaten onder meer maatregelen te nemen die zorgen voor openheid over beloning en die de rechtsbescherming van werknemers versterken. EU-richtlijnen moeten altijd worden omgezet in nationale wetgeving.
Er ligt momenteel een internetconsultatie voor waarin deze richtlijn is uitgewerkt in een concreet wetsvoorstel implementatie Richtlijn loontransparantie mannen en vrouwen. Deze internetconsultatie loopt tot en met 7 mei 2025.
De wet beoogt meer transparantie en openheid te geven over loonverschillen tussen mannen en vrouwen. Daarnaast wordt de rechtspositie van werknemers versterkt. Het doel is hiermee loonverschillen tegen te gaan. Wat omvat het wetsvoorstel onder meer:
Het wetsvoorstel versterkt de informatiepositie van werknemers doordat ze inzicht kunnen krijgen in het gemiddelde salaris van werknemers die hetzelfde of gelijkwaardig werk verrichten. Ook de verplichting tot transparantie over de beloning voorafgaand aan de indiensttreding zal sollicitanten een betere informatiepositie geven.
Tip! Er is een tool die door Women Inc. is ontwikkeld met subsidie van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, die werkgevers helpt om zelf aan de slag te gaan met gelijkere beloningen op de werkvloer.
Een wetsvoorstel implementatie Richtlijn loontransparantie mannen en vrouwen moet het verschil in loon tussen mannen en vrouwen tegengaan. Dit wetsvoorstel ligt nu ter internetconsultatie. Wat houdt het voorstel in?
LEES VERDER