De vliegbelasting wordt vanaf 2027 gedifferentieerd en verhoogd. Dit staat in het Belastingplan 2026. Met de voorgestelde wijzigingen wil het kabinet met name langere vluchten ontmoedigen. Bovendien moet het wetsvoorstel € 257 miljoen extra opbrengen.
In het wetsvoorstel wordt het tarief van de vliegbelasting progressief en trapsgewijs gedifferentieerd. Per saldo is gekozen voor drie tarieven die samenhangen met drie verschillende vliegafstanden. Daarbij is de eindbestemming van de passagier beslissend. Een rechtstreekse vlucht of een vlucht met overstap op een andere luchthaven kent dus hetzelfde tarief vliegbelasting.
In het wetsvoorstel is gekozen voor een indeling in staten per afstandscategorie. Daarbij ligt in de eerste categorie staten de hoofdstad op maximaal ongeveer 2.000 km van Amsterdam. Soms wordt hierop een uitzondering gemaakt. Zo is deze categorie onder meer uitgebreid met Aruba, Curaçao, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius.
De tweede categorie kent staten met een hoofdstad die tussen ongeveer 2.000 en 5.500 km van Amsterdam ligt, terwijl in de derde categorie de hoofdstad van de staat op meer dan 5.500 km van Amsterdam ligt. Vanwege de uitvoering is er uitdrukkelijk niet gekozen voor een open afstandsberekening per vlucht.
Voor de verschillende afstanden gaan de onderstaande tarieven gelden. Voor bestemmingen tot 2.000 km bedraagt het tarief € 29,40. Dit is gelijk aan het huidige tarief dat voor alle afstanden geldt. Voor bestemmingen tussen 2.000 en 5.000 km wordt het tarief € 47,24 en voor alle overige bestemmingen € 70,86. De tarieven voor categorie 2 en 3 zijn dus fors hoger dan nu. Er wordt niet gedifferentieerd naar reisklasse, dus de economyclass betaalt hetzelfde tarief als bijvoorbeeld de businessclass.
Passagiers die in Nederland alleen overstappen op een andere vlucht zijn van de vliegbelasting uitgesloten. Ook heeft het kabinet er niet voor gekozen om degenen die veel vliegen zwaarder te belasten. Dit zou de regeling namelijk erg complex maken.
Let op! Het wetsvoorstel moet nog door de nieuwe Tweede Kamer en de Eerste Kamer worden goedgekeurd.
Tijdens de periode van zwangerschaps- en bevallingsverlof (Wazo-verlof) kan de moeder met behoud van 100% van haar salaris voor haar pasgeboren kind kan zorgen. Heeft ze in alle gevallen recht op doorbetaling van 100% van haar salaris of ligt dit toch wat genuanceerder?
Lees verderHet ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft twee nieuwe versies van brochures gepubliceerd betreft schijnzelfstandigheid. Beide brochures geven voorbeelden per sector of sprake is van loondienst of zzp en geven uitgebreide praktijkvoorbeelden over schijnzelfstandigheid.
Lees verder