Als u werknemers wilt ontslaan vanwege bedrijfseconomische redenen, heeft u daar een ontslagvergunning nodig van het UWV. Het UWV heeft nieuwe Uitvoeringsregels voor ontslag om bedrijfseconomische redenen (Uitvoeringsregels) gepubliceerd.
Zonder ontslagvergunning van het UWV mag u een werknemer niet ontslaan bij een ontslag om bedrijfseconomische redenen. Bij bedrijfseconomische redenen gaat het om de volgende situaties:
De UWV Uitvoeringsregels bevatten een artikelsgewijs overzicht van de van belang zijnde wettelijke en ministeriële regels over ontslag om bedrijfseconomische redenen. Daarnaast bevatten de Uitvoeringsregels een toelichting over hoe UWV deze regels toepast en welke informatie de werkgever bij de ontslagaanvraag moet voegen.
In de nieuwe versie is een nieuw hoofdstuk 6 over overgang van onderneming toegevoegd. Hiermee is staand beleid over overgang van onderneming en ontslag in de Uitvoeringsregels opgenomen. Dit komt tegemoet aan de behoefte van werkgevers en de rechtspraktijk om een leidraad te hebben voor dit soort ontslagaanvragen.
UWV beschrijft in het nieuwe hoofdstuk 6 wanneer ontslag bij overgang van onderneming mogelijk is. Er wordt verder toegelicht welke informatie UWV van de vervreemder of de verkrijger nodig heeft voor de beoordeling van een ontslagaanvraag om bedrijfseconomische redenen. De gevolgen van de overgang van onderneming voor de ontslagaanvraag worden uitgewerkt afhankelijk van de datum van de aanvraag, wie de aanvraag indient en de datum van de overgang van onderneming. Ook wordt toegelicht wanneer een standpunt van UWV over overgang van onderneming nodig kan zijn.
Let op! De versie van de Uitvoeringsregels van juli 2025 vervangt de versie van april 2023.
De wet plan van aanpak witwassen is na de Tweede Kamer, op 10 juni 2025 ook door de Eerste Kamer aangenomen. De wet regelt dat contante betalingen van meer dan €3.000 door en aan handelaren niet meer zijn toegestaan. De wet is bedoeld om het witwassen van geld en het financieren van terrorisme te bemoeilijken.
Lees verderDe verhuur van onroerend goed is in beginsel vrijgesteld van btw. Hierop gelden een aantal uitzonderingen, waar onder de verhuur in het kader van een hotel-, pension-, kamp- en vakantiebestedingsbedrijf aan personen die daar voor een korte periode verblijf houden. Deze verhuur is belast met 9% btw. Bij een rechtbank lag de vraag voor of de verhuur van appartementen in die casus ook onder die uitzondering viel.
Lees verder