Voor de fiets die een werkgever ook voor privégebruik ter beschikking stelt aan een werknemer geldt een bijtelling van 7%. Het kabinet is van plan om te verduidelijken en te versoepelen wanneer geen bijtelling hoeft worden toegepast.
Stelt u een fiets aan een werknemer ter beschikking die de werknemer voor woon-werkverkeer mag gebruiken, dan wordt deze fiets geacht ook voor privégebruik ter beschikking te staan. Per kalenderjaar geldt dan een bijtelling van 7% van de consumentenadviesprijs van de fiets.
Over deze bijtelling moet u loonbelasting/premies volksverzekeringen inhouden, premies werknemersverzekeringen betalen en werkgeversheffing Zvw betalen of de bijdrage Zvw inhouden.
Let op! U kunt er ook voor kiezen om de bijtelling aan te wijzen in de vrije ruimte, mits aan de gebruikelijkheidstoets wordt voldaan. Overschrijdt u in een jaar met alle aanwijzingen de vrije ruimte, dan betaalt u als werkgever 80% eindheffing hierover.
Het kabinet is van plan om de bijtellingsregeling voor fietsen van de zaak te verduidelijken/versoepelen. Het is de bedoeling dat er voor fietsen die over het algemeen niet thuis worden gestald, geen bijtelling meer geldt. Dit moet ervoor zorgen dat bijvoorbeeld deel- en hubfietsen die voor zakelijke doeleinden worden gebruikt, ook buiten de bijtelling vallen.
Bovenstaande is nog niet definitief. Het plan is om een en ander op te nemen in het Belastingplanpakket 2026 dat op Prinsjesdag 2025 aan de Tweede Kamer wordt aangeboden. Daarna moeten zowel de Tweede als de Eerste Kamer nog instemmen.
De huidige versoepeling van de RVU-regeling, de regeling vervroegde uittreding, stopt eind 2025. In oktober 2024 was al een akkoord gesloten voor een verlenging van de versoepeling van de regeling voor mensen met zwaar werk. In de Voorjaarsnota 2025 is nu ook een verlenging van de versoepeling en een verhoging van de drempelvrijstelling opgenomen.
Lees verder