Vanwege het gebrek aan personeel maken sommige werkgevers gebruik van arbeidsmigranten. Bij met name seizoensarbeiders wordt nog wel eens gezorgd voor tijdelijke huisvesting. Omdat die bewoning dan tijdelijk is, is er vaak toeristenbelasting verschuldigd.
In een zaak die zich afspeelde voor de rechtbank Oost-Brabant, waren door een gemeente aan een bv aanslagen toeristenbelasting opgelegd voor een totaal van ruim € 1,5 miljoen voor de periode 2014 tot en met 2021. Het betrof een vakantiepark dat onder meer vakantiehuisjes verhuurde. De bv had deze vakantiehuisjes in de betreffende periode (onder meer) verhuurd aan arbeidsmigranten.
Vooropgesteld is dat de heffingsambtenaar aannemelijk moest maken wie belastingplichtig is. De eigenaar van de bv stelde dat niet hij, maar de uitzendbureaus en huisvestingsondernemingen die de accommodaties op het vakantiepark huurden belastingplichtig waren. Als deze dan al niet belastingplichtig waren, dan was het wel een aan zijn bv gelieerde bv, zo stelde de eigenaar.
De rechtbank was het hiermee niet eens, aangezien de bv in ieder geval betrokken was geweest bij de verhuur van de vakantiewoningen. Daarmee stond vast dat de bv gelegenheid bood tot het houden van verblijf in deze woningen.
De rechtbank stelde verder vast dat voor de belastingplicht ook van belang is wie bijkomende en aanvullende diensten biedt. Uit de feiten bleek dat de bv maar liefst 23 aanvullende diensten bood, zodat ook het merendeel van de aanvullende diensten door haar werd aangeboden. De bv bestreed dit weliswaar, maar zonder dit met bewijs te onderbouwen.
De bv bestreed ook de hoogte van de aanslagen. Uit eigen administratie en uit informatie van de FIOD bleek echter dat een substantieel aantal overnachtingen niet geboekt was. De rechtbank concludeerde dan ook dat de aanslagen eerder te laag dan te hoog waren en liet deze onverkort in stand.
De verhuur van onroerend goed is in beginsel vrijgesteld van btw. Hierop gelden een aantal uitzonderingen, waar onder de verhuur in het kader van een hotel-, pension-, kamp- en vakantiebestedingsbedrijf aan personen die daar voor een korte periode verblijf houden. Deze verhuur is belast met 9% btw. Bij een rechtbank lag de vraag voor of de verhuur van appartementen in die casus ook onder die uitzondering viel.
Lees verderEen zorginstelling dacht een werkneemster in haar proeftijd zonder grote financiële gevolgen te kunnen ontslaan. De kantonrechter vond de proeftijd echter niet geldig en kende de werkneemster een vergoeding van € 17.000 bruto. Wat speelde hier?
Lees verder