Om bijvoorbeeld files te vermijden maken werknemers voor het woon-werkverkeer soms gebruik van een motor. Wat komt er dan voor rekening van u als werkgever en wat voor uw werknemer?

De Belastingdienst stelt het volgende bij een motor van de zaak vast. Voor het ter beschikking stellen van een auto of bestelauto bestaat de bekende bijtelling voor het privégebruik dat van de auto gemaakt kan worden. Voor een motor geldt een dergelijke bijtelling niet.
Alle kilometers die niet als zakelijk kunnen worden verantwoord, kunnen worden aangemerkt als privé. Wel zakelijk zijn bijvoorbeeld kilometers voor woon- werkverkeer, bezoek aan relaties en het halen en brengen van spullen voor de zaak.
Tip! Zorg dat de zakelijke kilometers goed worden bijgehouden om te voorkomen dat de werknemer een te hoog bedrag aan voordeel belast krijgt.
Rekent u een eigen bijdrage? Dan mag u deze bijdrage in mindering brengen op het bedrag dat als voordeel in aanmerking moet worden genomen. Let op, het eindsaldo kan niet negatief worden.
Voor het berekenen van het voordeel van privégebruik van een terbeschikkinggestelde motor moet u uitgaan van het werkelijke voordeel. Dit is het aantal privékilometers dat met de motor gemaakt wordt, vermenigvuldigd met de kilometerkostprijs van de motor. Dit bedrag moet u als loon doorberekenen aan de werknemer. U kunt dit loon ook aanwijzen als eindheffingsloon, mits er aan de gebruikelijkheidstoets is voldaan.
Het privévoordeel van een ter beschikking gestelde motor mag u ook onderbrengen in de werkkostenregeling (WKR), mits voldaan wordt aan de daarvoor geldende voorwaarden.
Tip! Bij een waarde van € 2.400 per jaar aan loon in de vrije ruimte voor een werknemer mag u hier, binnen redelijkheid, van uitgaan.
Als met een ter beschikking gesteld voertuig wordt gereisd, dus ook met een motor, mag u hiervoor geen kilometervergoeding meer betalen. Dit mag wel als met een ander privévoertuig wordt gereisd. Als op een regenachtige dag de werknemer dus besluit met de eigen auto naar het werk te reizen, mag u hiervoor een vergoeding betalen van € 0,23 per kilometer. Dit moet wel aannemelijk gemaakt kunnen worden.

Voor de fiets die een werkgever ook voor privégebruik ter beschikking stelt aan een werknemer geldt een bijtelling van 7%. Wordt die fiets alleen voor woon-werkverkeer gebruikt en niet of incidenteel bij het woonadres van de werknemer gestald, dan hoeft straks geen bijtelling meer toegepast te worden.
Lees verder
Het forfaitaire rendement op overige bezittingen stijgt en het heffingsvrije vermogen daalt in 2026 in box 3. Voor de burger die box 3-heffing betaalt op basis van het forfaitaire stelsel zal dit waarschijnlijk leiden tot een hogere belastingheffing in box 3.
Lees verder