De Hoge Raad vindt dat cryptovaluta gewoon belast zijn als vermogensbestandsdeel belast in box 3. Dit bevestigt de Hoge Raad in een recent arrest naar aanleiding van een uitspraak hieromtrent van het gerechtshof Amsterdam.

Voor het Hof en de Hoge Raad was met name in geschil of cryptovaluta zijn aan te merken als vermogensbestanddelen die tot de rendementstoeslag behoren in box 3. De betreffende belastingplichtige vond van niet, omdat cryptovaluta volgens het burgerlijk wetboek niet tot de vermogensrechten behoren. Ook voerde belastingplichtige aan dat er bij cryptovaluta geen sprake is van een schuld aan degene die de cryptovaluta bezit.
Volgens het Hof is echter uit de wetsgeschiedenis gebleken dat vermogensrechten fiscaal gezien een ruimere betekenis hebben. Ook vertegenwoordigen cryptovaluta een economische waarde en kunnen ze verhandeld worden door verzending van de ene naar de andere wallet. Tevens kunnen ze ook worden verzilverd en leveren de verkoper dan een opbrengst op.
Het Hof komt dan ook tot de conclusie dat cryptovaluta terecht zijn belast in box 3. De Hoge Raad sluit zich hierbij aan.

Een Nederlands concernonderdeel kan onder voorwaarden de inhoudingsverplichtingen van een buitenlands concernonderdeel overnemen. Dit heet de verleggingsregeling voor inhouding van loonheffingen. De Belastingdienst voegt in de nieuwste versie van het Handboek Loonheffingen (oktober 2025) een nieuwe voorwaarde toe.
Lees verder
De Belastingdienst heeft in oktober 2025 een nieuwe versie van het Handboek Loonheffingen uitgebracht. In een aantal hoofdstukken verduidelijkt de Belastingdienst dat u alleen vergoedingen en verstrekkingen in de vrije ruimte kunt onderbrengen als voldaan wordt aan de gebruikelijkheidseis.
Lees verder