ACTUEEL

Zoek:
Filter op soort artikel:
Thank you! Your submission has been received!
Oops! Something went wrong while submitting the form.

Lijfrentes

Personen die onvoldoende of geen pensioen opbouwen, kunnen via de aanschaf van een lijfrente zelf zorgen voor extra inkomen op hun oude dag. Lijfrentepremies zijn in beginsel aftrekbaar, maar slechts tot het bedrag dat in relatie staat tot het huidige inkomen. 

Jaarruimte

Het bedrag aan lijfrentepremie dat u jaarlijks mag aftrekken, is afhankelijk van verschillende factoren. Met name uw inkomen is van belang en dus kunt u via de tool diverse inkomensbronnen opvoeren, zoals winst, uitkeringen en eventuele alimentatie inkomsten. Daarnaast is van belang of u het voorafgaande jaar al pensioen heeft opgebouwd. Ook dit kunt u via de tool  aangeven.

Reserveringsruimte

Via de tool  kan ook inzichtelijk worden gemaakt welke bedragen aan lijfrentes u de afgelopen tien jaar af had mogen trekken. Is niet het volledige bedrag aan de aankoop van lijfrentes besteed, dan kan deze ruimte, de zogenaamde reserveringsruimte, alsnog aan de aankoop van een aftrekbare lijfrente worden besteed. 

Gegevens nodig

De tool is eenvoudig in het gebruik, maar u dient uiteraard wel over de juiste inkomens- en pensioengegevens te beschikken. Uw inkomensgegevens kunt u afleiden uit uw aangiftes van de voorgaande jaren. Uw pensioenaangroei wordt jaarlijks verstrekt door uw pensioenfonds of -verzekeraar.

Tip! Heeft u vragen over de juiste inkomensgegevens? Neem dan even contact met uw adviseur, deze kan even met u meekijken en indien gewenst verder helpen.

Let op! Voor de omvang van de pensioenaangroei in 2024 gaat de tool uit van de  pensioenregeling zoals die op 30 juni 2023 al bestond en die na 2023 niet is aangepast aan de fiscale kaders van de Wet toekomst pensioenen. De aangroei voor een pensioenregeling tot de wet toekomst pensioenen en nadat deze is aangepast, verschillen. Beoordeel de pensioenregeling dus zorgvuldig.

nieuws
5/8/2025
Sparen

Bereken aftrek lijfrentepremie met tool

Op de site van de Belastingdienst is een hulpmiddel beschikbaar waarmee u uw aftrek aan lijfrentepremie kunt berekenen. Ook kunt u nagaan of u de afgelopen tien jaar wellicht een deel van uw aftrek niet heeft gebruikt en wat de omvang hiervan is. U kunt dit desgewenst alsnog besteden aan aftrekbare lijfrentepremies.

LEES VERDER

Aftrekbare kosten

Tot de aftrekbare kosten behoren onder meer de kosten van de urn of kist, rouwkaarten, grafrechten, de grafsteen en het plaatsen ervan. Maar ook bijvoorbeeld de huur van de aula waar men van de overledene afscheid neemt plus de afsluitende koffietafel, behoren tot de aftrekbare kosten. 

Let op!De aftrek is beperkt tot de normale kosten van een uitvaart en mogen dus niet bovenmatig zijn.

Niet aftrekbaar

De Belastingdienst heeft ook een opsomming gegeven van niet aftrekbare kosten. In de praktijk blijken namelijk regelmatig kosten in aftrek te worden gebracht, die volgens de wet niet aftrekbaar zijn. Gedacht moet worden aan de kosten van het laten overkomen van familie voor de begrafenis en aan de notariskosten voor de afwikkeling van de erfenis.

Verzekering

Is de overledene verzekert voor de uitvaartkosten, dan moet u de uitkering van de verzekeraar in mindering brengen op de kosten. Wordt meer uitbetaald dan de daadwerkelijke kosten, dan moet het meerdere worden aangegeven in de aangifte erfbelasting.

Overzicht op site

Het overzicht van aftrekbare en niet-aftrekbare kosten treft u aan op de website van de Belastingdienst.

Let op! Bovengenoemde kosten zijn alleen aftrekbaar voor de erfbelasting en dus niet voor de inkomstenbelasting.

nieuws
4/8/2025
Kantoor

Belastingdienst verduidelijkt aftrek uitvaartkosten

Als u een erfenis krijgt, moet u hierover in beginsel erfbelasting betalen. U mag bepaalde kosten in verband met de uitvaart hierop in aftrek brengen. De Belastingdienst heeft op een rij gezet welke kosten dit zijn, maar ook welke niet aftrekbaar zijn.

LEES VERDER

Scholieren- en studentenregeling voor de loonheffing

Over het loon van vakantiekrachten moet u loonbelasting en premies inhouden. Het meest eenvoudige voor de scholier of student is als u als werkgever voor deze groep gebruikmaakt van de scholieren- en studentenregeling

U mag dan voor de loonheffing uitgaan van een kwartaal, in plaats van het werkelijke tijdvak. Daardoor hoeft u waarschijnlijk geen of weinig loonheffing in te houden en hoeft de vakantiekracht dus niet tot volgend jaar te wachten om zijn ingehouden belasting terug te krijgen. Ook gebruikt u met deze regeling het kwartaalmaximum voor de berekening van de premies werknemersverzekeringen.

Let op! Als u als werkgever de studenten- en scholierenregeling wilt toepassen, dan moet de student of scholier dit formulier invullen.

En anders …

Kunt u geen gebruikmaken van de speciale regeling, dan moet u op de reguliere wijze loonheffing inhouden en premies volksverzekeringen afdragen op het loon van de vakantiekracht. De vakantiekracht kan de loonheffing mogelijk terugvragen door na afloop van het jaar aangifte Inkomstenbelasting te doen. Dit kan via de app van de Belastingdienst of op de website via Mijn Belastingdienst. De meeste gegevens zijn ook voor jongeren al ingevuld en hoeven alleen nog maar gecontroleerd te worden. Klopt er iets niet, dan kan de vakantiekracht dit wijzigen via de site, want via de app is dit niet mogelijk.

Bruto=netto?

Omdat iedereen ook recht heeft op de algemene heffingskorting en als je werkt, ook op de arbeidskorting, valt het bedrag aan loonbelasting vaak mee. Sterker nog, vakantiekrachten die de rest van het jaar geen inkomen hebben, hoeven per saldo waarschijnlijk helemaal geen loonheffing te betalen.

nieuws
4/8/2025
Horeca

Belasting en vakantiebaantjes

In de zomervakantie hebben veel jongeren een vakantiebaantje. Wat is voor hen en voor u als werkgever van belang om op te letten belastingtechnisch?

LEES VERDER

Geen bijtelling toegepast

In een  zaak bij het gerechtshof Amsterdam handelde het om een werkgever die over de periode 2012 tot en met 2014 verschillende auto’s aan diverse werknemers ter beschikking had gesteld. De werkgever had met de bijtelling geen rekening gehouden. Na een boekenonderzoek resulteerde dit in naheffingsaanslagen van in totaal ruim € 63.000. Nadat het hiertegen ingediende bezwaar was afgewezen, belandde de zaak eerst voor de rechtbank en daarna voor het gerechtshof.

Gebruik meerdere werknemers

De werkgever was van mening dat de bijtelling niet van toepassing was, omdat de auto’s niet aan de werknemers ter beschikking waren gesteld. De auto’s werden namelijk afwisselend gebruikt door meerdere werknemers. Het gerechtshof ging hier, net als de rechtbank, niet in mee omdat de werknemers wel de feitelijke beschikkingsmacht over de auto’s hadden en deze niet uitsluitend bestuurden voor de uitvoering van specifiek zakelijke opdrachten. Het gebruik van de auto’s door meerdere werknemers betekende dus niet dat voor de auto’s geen bijtelling zou gelden.

Geen privé gebruik

De werkgever was van mening dat hij de bekende bijtelling desondanks in deze zaak terecht niet had toegepast. Er was naar zijn mening niet meer dan 500 kilometer privé gereden, aangezien de ter beschikking gestelde auto’s niet privé gebruikt mochten worden. Dit zou moeten blijken uit de rittenregistraties, maar die ontbraken aangezien ze door een werknemer waren ontvreemd. Overtreding van het verbod op privégebruik kon verder leiden tot een boete of zelfs ontslag. De werkgever stelde zelf dat hij toezicht hield op het verbod op privégebruik, maar had daarvan geen vastlegging. Daarnaast waren de werknemers niet verzekerd voor privégebruik. Bovendien werden de auto’s afwissend door verschillende werknemers gebruikt en werden de sleutels bij verlof ingeleverd bij de werkgever.

Bewijslast

Volgens het gerechtshof was een en ander onvoldoende om de bijtelling achterwege te kunnen laten. De bewijslast hiervan ligt immers bij de werkgever. Dat de rittenregistraties waren gestolen deed hier niet aan af, aangezien het de verantwoordelijkheid van de belastingplichtige is in een dergelijke situatie voor een kopie te zorgen.

Als het niet lukt om met een rittenregistratie bewijs te leveren dat niet meer dan 500 kilometer privé gereden is, mag dat bewijs ook op andere wijze worden geleverd. Ook in dat bewijs slaagde de werkgever niet. Alleen het verbod op privégebruik van de auto was onvoldoende bewijs, omdat het gaat om het daadwerkelijke gebruik van de auto. Dat kon de rechter echter onvoldoende vaststellen.  omdat controle op het privé gebruik ontbrak. Het gebrek aan controle werd ook nog eens bevestigd door het feit dat het gebruik van de auto’s niet werd gecontroleerd via GPS-tracking, wat bij andere auto’s wel gebeurde. Ook de sociale controle door andere werknemers was onvoldoende bewijs.

Tip! U kunt desgewenst met de Belastingdienst afspraken maken over het achterwege laten van de bijtelling als werknemers een ter beschikking gestelde auto niet privé mogen gebruiken. Neem daarvoor contact op met de Belastingdienst (Team Auto/PGA (Postbus 9001, 6800 DB Arnhem).

nieuws
31/7/2025
Auto

Privégebruik auto van de zaak moet te controleren zijn

Als een auto van de zaak ter beschikking wordt gesteld, is in de regel de bekende bijtelling vanwege het mogelijke privé gebruik van toepassing. De bijtelling blijft achterwege als bewezen wordt dat met de auto in het jaar niet meer dan 500 kilometer privé is gereden. Controle van dit privé gebruik is belangrijk.

LEES VERDER

ISDE-regeling woningeigenaren

De ISDE-subsidie is een subsidie voor eigenaren van een koopwoning die als hoofdverblijf dient. Via de ISDE kan dit jaar subsidie verkregen worden voor isolatiemaatregelen, (hybride) warmtepompen, zonneboilers, elektrische kookvoorzieningen en aansluitingen op een warmtenet.

Voorwaarden

De ISDE-subsidie kent een aantal voorwaarden die per maatregel verschillen.

ISDE-regeling zakelijke gebruikers

Voor zakelijke gebruikers is er, onder andere voorwaarden, ook ISDE-subsidie. Bedrijven kunnen subsidie krijgen voor een warmtepomp, zonneboiler en kleine windmolens. 

Subsidiepercentages ongewijzigd

Met de verlenging van de ISDE is ook bekendgemaakt dat de huidige subsidiepercentages ongewijzigd blijven. Halverwege 2026 wordt een beslissing genomen over de vormgeving van de ISDE in 2026. 

Let op! De percentages verschillen per maatregel.

Aanvragen subsidie

De ISDE-subsidie is digitaal aan te vragen bij RVO.nl. Hiervoor is eHerkenning of DigiD nodig.

nieuws
31/7/2025
Verwarming

ISDE-subsidie ook in 2026 beschikbaar

De Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE) wordt ook in 2026 voortgezet. Het kabinet heeft hiertoe besloten nadat uit een evaluatie is gebleken dat de subsidie erg succesvol is.

LEES VERDER

SVVE

De SVVE is beschikbaar voor VvE’s, woonverenigingen en -coöperaties. Er kan voor drie verschillende onderdelen subsidie worden aangevraagd. Dit betreft: 

  •  verduurzamingsonderzoek en -advies,
  • verduurzamingsmaatregelen, en
  • oplaadpuntenadvies en basislaadinfrastructuur

Voor deze drie onderdelen van de SVVE komt in totaal € 179 miljoen beschikbaar.

Verduurzamingsonderzoek en -advies 

De SVVE is voor dit onderdeel beschikbaar voor 16 verschillende onderdelen, waaronder onderzoek en advies inzake brandveiligheid, een energiescan en asbestinventarisatie. 

Verduurzamingsmaatregelen

Voor het onderdeel verduurzamingsmaatregelen is subsidie beschikbaar voor energiebesparende isolatiemaatregelen, duurzame warmte-opties en voor een zogenaamd Zeer Energiezuinig Pakket. Dit is een samenhangend pakket aan energiebesparende maatregelen. Denk onder meer aan isolatie van dak, gevel, vloer en glas.   

Oplaadpuntenadvies en basislaadinfrastructuur

Dit onderdeel van de SVVE is beschikbaar voor het opladen van elektrische auto’s op parkeerplaatsen van een VvE. De SVVE is zowel beschikbaar voor advies omtrent het aanleggen van oplaadpunten als voor het aanleggen van de basislaadinfrastructuur. Voor de oplaadpunten zelf krijgt u geen subsidie.

Wijzigingen

De SVVE wordt op een aantal punten inhoudelijk gewijzigd. Onder meer vervalt het maximum aan subsidie van € 2,5 miljoen per vereniging. Ook wordt de subsidie verlengd tot 2030. Daarnaast zal de SVVE op enkele technische punten gewijzigd worden, zoals de berekening van de milieukostenindicator.

Internetconsultatie

Belangstellenden kunnen tot 18 augustus 2025 op de voorgenomen wijzigingen reageren via een internetconsultatie.

nieuws
30/7/2025
Lamp

Extra subsidie en internetconsultatie verduurzaming VvE

Er komt ruim € 100 miljoen extra beschikbaar voor de Subsidieregeling verduurzaming voor verenigingen van eigenaars (SVVE). Tevens is er een internetconsultatie gestart met betrekking tot een aantal voorgenomen wijzigingen van de regeling.

LEES VERDER

Faciliteiten groen sparen en beleggen

Er bestaan momenteel verschillende fiscale faciliteiten voor groen sparen en beleggen. Voor 2025 is er een extra vrijstelling in box 3 voor groen sparen en beleggen van € 26.312. Belastingplichtigen met een partner hebben samen een vrijstelling van € 52.624. Ook is er een extra heffingskorting van 0,1% van het bedrag van de vrijstelling. Deze fiscale faciliteiten bestaan alleen voor specifieke groene fondsen.

Versobering

Het bovenstaande betekent sinds dit jaar een forse versobering van de faciliteit. Vorig jaar bedroeg de vrijstelling nog € 71.251 en het dubbele voor partners. De extra heffingskorting bedroeg 0,7%. De faciliteiten worden in 2026 nog op het niveau van dit jaar gehandhaafd, maar per 2027 afgeschaft.

Geen heroverweging

Vanuit de Tweede Kamer waren over het afschaffen van de faciliteiten vragen gesteld en voorgesteld de afschaffing te heroverwegen. Uit de antwoorden blijkt dat de faciliteiten erg succesvol zijn. Ook blijkt dat de overheid als onbetrouwbaar wordt gezien, nu deze faciliteiten op korte termijn en volledig worden  afgeschaft.

Werkkostenregeling

Toch wordt de afschaffing niet heroverwogen. De staatssecretaris wijst er in dit kader op dat de Tweede Kamer de afschaffing zelf heeft voorgesteld om op deze manier de verbetering van de werkkostenregeling te kunnen bekostigen. Het percentage van de eerste schijf van de vrije ruimte van deze regeling is per 2025 namelijk verhoogd van 1,92 naar 2,00% en zal per 2027 verder worden verhoogd naar 2,16%.

nieuws
29/7/2025
Appels

Kabinet handhaaft afschaffen faciliteiten groen sparen en beleggen

De afschaffing van de fiscale faciliteiten voor groen sparen en beleggen blijft van kracht en wordt niet heroverwogen. Ook worden geen compenserende maatregelen genomen. Die keuze is aan een volgend kabinet.

LEES VERDER

Wie?

De brief met verkeerde bedragen is verstuurd naar diegenen die een van de jaren een verminderingsbeschikking of navorderingsaanslag hebben gekregen voor het box 3-inkomen.

De brief van de Belastingdienst heeft als onderwerp 'U mag uw werkelijk rendement aan ons doorgeven' en hebben het kenmerk CAP/UCF/25/322 of CAP/UCF/25/323.

Nieuwe brief

Begin augustus 2025 worden nieuwe brieven verstuurd met de juiste bedragen voor de jaren die fout waren. Daarnaast krijgt u meer tijd om het OWR-formulier (Opgaaf werkelijk rendement) aan te leveren. Uw nieuwe uiterste aanleverdatum staat in de brief van begin augustus.

Hulp nodig? 

Het invullen van het OWR-formulier is geen eenvoudige klus. Verzamel alle gegevens die nodig zijn voor de berekening van uw werkelijke rendement. Heeft u vragen of hulp nodig, neem dan contact op met een van onze adviseurs.

Meer informatie over de Wet tegenbewijsregeling box 3 kunt u ook vinden op de website van de Belastingdienst.

nieuws
29/7/2025
Overheid

Belastingdienst verstuurt brieven box 3 met verkeerde bedragen

Heeft u op 16, 17 of 24 juli 2025 een brief gekregen van de Belastingdienst die betrekking heeft op uw fictief rendement op uw box-3-inkomen? Dan kunt u begin augustus een nieuwe brief verwachten, want de Belastingdienst heeft één of meerdere verkeerde bedragen gebruikt.

LEES VERDER

Overdrachtsbelasting

Bij aankoop van panden wordt overdrachtsbelasting geheven. Het standaardtarief bedraagt 10,4%.  Voor woningen is het tarief van de overdrachtsbelasting 2%. 

Tip! Voor meerderjarige jongeren tot 35 jaar geldt een eenmalige vrijstelling van overdrachtsbelasting als de woning niet meer kost dan € 525.000 (2025).

Anders dan tijdelijk

Onlangs kwam een zaak voor het gerechtshof in Den Haag waarbij het ging om de vraag wat onder ‘anders dan tijdelijk’ moet worden verstaan. In betreffende zaak had een echtpaar twee woningen gekocht. Omdat de ene woning verbouwd moest worden, werd de andere woning in die periode gebruikt als hoofdverblijf. Dit verblijf duurde ruim zeven maanden, waarna de verbouwde woning werd betrokken.

Hoeveel overdrachtsbelasting?

Voor het Hof stond de vraag centraal of het verblijf van zeven maanden voldoende was voor het toepassen van het 2%-tarief. Het Hof vond van wel en baseert het oordeel onder meer op het feit dat tijdens de behandeling van het wetsvoorstel uitdrukkelijk over het tijdelijk bewonen is gesproken ten tijde van een verbouwing. In dat kader is ook een minimale termijn van zes maanden genoemd. 

Welke intentie?

Bij een verblijf van minimaal zes maanden stelt het Hof dat de intentie bestaat om de woning anders dan tijdelijk als hoofdverblijf te gebruiken. Dit is dus ook het geval als vooraf al duidelijk is dat de woning vanwege de verbouwing van een andere woning slechts tijdelijk bewoond zal worden. 

Uitzondering bij misbruik

Uit het arrest wordt ook duidelijk dat volgens de wetsgeschiedenis van de termijn van zes maanden kan worden afgeweken bij misbruik. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het geval waarbij een woning na aankoop en verhuur voor een half jaar direct na de verhuurperiode weer verkocht wordt.

Geen cassatie

De staatssecretaris heeft inmiddels laten weten tegen de uitspraak geen cassatie in te zullen stellen bij de Hoge Raad. In een toelichting geeft hij aan dat voor het begrip ‘anders dan tijdelijk’ ook naar zijn mening kan worden aangesloten bij een termijn van zes maanden. Ook de staatssecretaris wijst er wel op dat in situaties van misbruik van deze termijn kan worden afgeweken.

nieuws
28/7/2025
Woning

Wat is ‘anders dan tijdelijk’ voor overdrachtsbelasting?

Als een woning na aankoop ‘anders dan tijdelijk’ als hoofdverblijf gebruikt gaat worden, geldt voor de overdrachtsbelasting in principe het tarief van 2%. Maar wat verstaan we precies onder ‘anders dan tijdelijk’?

LEES VERDER

Bescherming werknemers

Er komt een verplichting om de meeste werknemers mee te nemen bij een doorstart. Dit verbetert de positie van werknemers en het werpt een extra drempel op voor misbruik van de faillissementsprocedure. De doorstart mag geen reden zijn werknemers geen arbeidsovereenkomst aan te bieden. Ondernemers die een bedrijf overnemen (verkrijgers) hebben nu nog de vrije keuze wie ze willen overnemen en wie niet. 

Objectieve criteria

Er komen objectieve criteria die bepalen of er minder werknemers worden overgenomen. Dan gaat het om bedrijfseconomische redenen, zoals een vermindering van het aantal klanten, een bedrijfsverhuizing of automatisering. De selectie vindt daarmee op een vergelijkbare wijze plaats als bij ontslag om bedrijfseconomische redenen buiten een faillissement.

Arbeidsvoorwaarden

Verkrijgers kunnen nu zelf bepalen welke arbeidsvoorwaarden ze deze werknemers aanbieden. 
Ook hierin komt een wijziging. De medezeggenschapsorganen zoals de OR, de personeelsvertegenwoordiging en de personeelsvergadering mogen advies uitbrengen over de voorgenomen overgang van de onderneming. 

Toets rechter

De bij het faillissement betrokken rechter-commissaris bepaalt of de selectie objectief en transparant heeft plaatsgevonden. De werknemer krijgt daarmee een vergelijkbare bescherming als buiten faillissement. 

Let op! De regels gaan niet gelden voor kleine ondernemingen met minder dan 20 medewerkers, tenzij de verkrijger daar zelf voor kiest.

Standaard verval concurrentiebeding

Een concurrentiebeding komt voortaan automatisch te vervallen bij het einde van een dienstverband als een werknemer voor die tijd geen arbeidsovereenkomst aangeboden krijgt. Dit maakt het voor werknemers die buiten de boot vallen en geen arbeidsovereenkomst krijgen, makkelijker om zo snel mogelijk elders aan het werk te gaan. Op dit moment vervalt een contractueel concurrentiebeding niet bij een faillissement.

nieuws
28/7/2025
Juridisch

Betere bescherming werknemers bij faillissement

De ministerraad heeft ingestemd met het voorleggen van het Wetsvoorstel overgang van onderneming in faillissement (Wovof) voor advies aan de Raad van State. Het doel van het wetsvoorstel is het beschermen van de werknemer bij de doorstart van een failliete onderneming.

LEES VERDER